Ja, dat klinkt raar en er zal best een andere naam voor zijn. Dit is een recept die mijn ouders altijd maakte. Als tussendoortje en omdat het lekker is.
Het enige nadeel is dat je het een dag van te voren moet inweken omdat het dan lekkerder is. Maar ja, zo erg is dat natuurlijk ook weer niet, want nu heb je wel iets lekkers om naar uit te kijken.
Genoeg gepraat, laat ik nu maar vertellen wat we nodig hebben en hoe het gemaakt wordt.
Wat hebben we nodig;
250 gram ketanrijst (kleefrijst, te koop bij de toko)
2 stuks pandanblad
2 schijfjes gula djawa (palmsuiker)
250 gr. gedroogde cocos
Snufje zout
Was de ketanrijst en doe het in een schaal, vul met zoveel water dat het goed onderstaat. Knak de pandanbladeren op een paar plekker en maak een knoop erin en doe het vervolgens bij de rijst. Zorg ervoor dat je het echt tussen de rijst doet zodat het niet erboven gaat.
Laat 12 uur staan, ja sorry de rijst moet namelijk het water op zuigen.
Als het lang genoeg heeft gestaan om het klaar te maken ga je verder.
Gooi het overgebleven water weg, doe het zout erbij en doe het rijst in een stoompan, stoom de rijst gaar.
Doe ondertussen de gula djawa (ik heb altijd schijfjes die je bij de toko kan kopen) in een steelpan met wat water en laat het smelten.
Kook water en doe die die bij de cocos, laat even staan en haal dan de cocos door een zeef. Druk het ook tegen de zeef zodat het meeste water eruit gedrukt wordt.
Wanneer de rijst gaar is, schep je wat op een bordje, daarna strooi je de cocos erover heen en als laatste de gula djawa (palmsuiker).
Echt het is heerlijk!
