Een paar maanden terug heb ik voor het eerst konijn gegeten. Ik vond het maar een eng idee, maar het was best wel lekker. Nu maakte ik het zelf klaar. Dit recept vond ik in een kookboek van Jamie Oliver. De kinderen waren er dol op! De noedels zijn superlekker en zullen op elke stoofschotel heerlijk zijn.
Ingrediënten 4 personen:
voor de noedels
400 gr zelfrijzende bloem
200 gr boter
bosje verse dragon, fijngehakt
zeezout en zwarte peper
melk
muskaatnoot
2 konijnen, elk in 10 stukken verdeeld
bloem
olijfolie
een klontje boter
zeezout en peper
10 dunnen plakken mager rookspek
2 verse takjes rozemarijn
250 gr mooie paddestoelen (ik gebruike een mengeling van oesterzwammen en shiitake en gebruikte een 500 gr)
handvol babyuitjes
6,5 dl stout bier (ik heb de stout vervangen door guinness)
8,5 dl kippenbouillon
Verwarm de oven voor op 190°C. Wrijf voor je noedels de bloem, boter en dragon met een flinke mespunt zout en peper door elkaar. Meng er dan met een vork zoveel melk door dat je een stijf, niet-plakkerig deeg krijgt. Kneed het met je met bloem bestoven handen tot een grote worst en snijd die in 18 stukken van gleijk grootte. Rol de stukken deeg tot ballen, rasp er de nootmuskaat over en zet ze op een plaat in de koelkast.
Bestuif de stukken konijn met bloem en schud de overtollige bloem eraf. Verhit in een diepe, ovenvaste braadpan met een doorsnede van ongeveer 30 cm een beetje olijfolie en een klont boter. Bak hierin de stukken konijn in porties in ongeveer 5 minuten aan alle kanten goudbruin. Leg na de laatste portie alle stukken weer in de pan en doe er een flinke mespunt zout en peter en het rookspek bij. Laat dit alles nog een paar minuten bakken tot het spek krokant is, terwijl je de stukken konijn voortdurend in beweging houdt. Doe er de takjes rozemarijn, de paddenstoelen en de uitjes bij en blijf nog 10 minuten roerbakken, tot het vlees mooi bruin is en de groenten zacht zijn.
Strooi een eetlepel bloem in de ban en giet er je bier en je kippenbouillon bij. Leg het deksel op de pan, laat het zaakje aan de kook komen en dan op een laag vuur een half uur sudderen. Leg dan je noedels op het stoofsel, ongeveer 1 cm van elkaar. Ze fungeren als een soort deksel, waardoor het stoofsel het vocht vasthoudt en niet droog kookt. Als alles goed gaat worden ze aan de bovenkant krokant en blijven ze aan de onderkant broodachtig zacht. sprenkel wat olijfolie over de noedels en zet de pan 45 min in de voorverwarmde oven.
