Leer hoe je thuis de authentieke flan parisien bereidt, het Franse dessert dat de grote steden verovert.

Als er één dessert is dat de grote steden verovert, dan is het wel flan parisien, ook wel flan pâtissier of zelfgemaakte pasteivlaai genoemd. Deze Franse delicatesse, met zijn perfecte combinatie van romige textuur en bladerige bodem, is een van de meest traditionele en meest geliefde zoete desserts in de Franse patisserie en beleeft nu zijn gloriemoment in de beste patisserieën in Madrid en Barcelona.
Nog niet geprobeerd? Stel je voor: een basis van goudkleurig bladerdeeg, met daarop een ultrazachte banketbakkersroomvulling, op smaak gebracht met een vleugje vanille die het onweerstaanbaar maakt. Een subliem hapje dat smelt in je mond en een hit is bij elke gelegenheid, van een middagsnack tot een lunch met familie of vrienden.
Maar het beste is: je hoeft niet naar Parijs af te reizen om ervan te genieten. Met dit onfeilbare recept kan iedereen het thuis maken en een resultaat krijgen dat de beste Franse patisserieën waardig is. Door de stap-voor-stap instructies te volgen, krijg je de ideale consistentie, de perfecte balans van zoetheid en die romige textuur die van elke lepel een waar genot maakt.
Durf deze Franse klassieker thuis te maken met dit recept. We garanderen je een perfecte afwerking en een onweerstaanbare smaak. Ben je er klaar voor? Laten we het doen!
Ingrediënten en materialen:
INGREDIËNTEN:
- 3 eieren
- 120 g suiker
- 600 ml melk (bij voorkeur volle melk)
- 60 g maïzena
- 1 vanillestokje (of 1 theelepel vanille-essence of vanille-extract)
- 200 ml dessertroom (30% vet. Melkroom)
- 1 rol bladerdeeg (korstdeeg, roldeeg of zelfgemaakt deeg)
MATERIALEN:
- 1 ronde, verwijderbare vorm met een diameter van 20 cm.
- bakpapier
- Schaal of kom
- Pan of braadpan
- Hand garde
- Houten lepel
Stap 1: De mal voorbereiden
Bereid de vorm voor: Bekleed de bodem van een springvorm met bakpapier. Vet de randen goed in met boter of een beetje oliespray om te voorkomen dat de vlaai blijft plakken.
Plaats de bladerdeegbodem: Snijd een schijf bladerdeeg ter grootte van de bodem van de springvorm en leg deze er voorzichtig in.
Bekleed de randen: Snijd stroken bladerdeeg van ongeveer 6 cm breed en leg ze rond de vorm, druk goed aan zodat ze aan de bodem blijven plakken. Als je meerdere stroken nodig hebt, overlap ze dan een beetje om de hele omtrek te bedekken. Als je klaar bent, zet je de vorm in de vriezer terwijl je de vulling bereidt.

Stap 2: Bereid de vanille banketbakkersroom
- Breng de melk op smaak: Verwarm in een steelpan de melk met het vanillestokje op middelhoog vuur tot het begint te koken. Roer af en toe om te voorkomen dat het aan de bodem blijft plakken.
- Bereid het eimengsel: Klop in een grote kom de eieren met de suiker tot het mengsel goed gemengd is. Voeg dan de maïzena toe en mix tot het glad en klontvrij is.
- Kook de custard: Haal het vanillestokje uit de hete melk en giet het beetje bij beetje over het eimengsel, onder voortdurend roeren. Doe het terug in de steelpan en kook op middelhoog vuur, onder voortdurend kloppen, tot het ingedikt is. Eenmaal klaar, iets laten afkoelen.
- Voeg de room toe en klop de vla op: Voeg de room toe aan de vla en meng goed. Haal de vorm uit de vriezer, giet de vla erin en strijk glad met een spatel zodat de vla gelijkmatig is.

Stap 3: Bakken
Bak: Bak de vlaai ongeveer 35 minuten op 180°C (voorverwarmde oven), tot het oppervlak goudbruin is.
Koelen: Laat afkoelen tot kamertemperatuur en zet dan minstens 4 uur in de koelkast voordat je de vlaai uit de vorm haalt en serveert.

En klaar om van te genieten!

Dit zou het resultaat zijn. Vind je het niet smakelijk? Het is toch supermakkelijk?
Wat praktisch advies:
Hoewel de Parijse vlaai traditioneel wordt gemaakt met bladerdeeg, kun je ook zanddeeg of korstdeeg gebruiken als je de voorkeur geeft aan een stevigere afwerking. De sleutel tot de romige textuur is de room, die voorkomt dat het droog wordt en het een zijdeachtige textuur geeft.
Als het er vloeibaar uitziet wanneer je het uit de oven haalt, maak je dan geen zorgen: het zal bezinken wanneer het afkoelt. Zorg er wel voor dat je de custard goed kookt (tot hij dikker wordt) voordat je hem bakt. En heb geduld, want de vla moet minstens 4 uur in de koelkast staan voordat je hem uit de vorm haalt. Hoe langer hij rust, hoe beter hij zal snijden en hoe intenser de smaak zal zijn.
Als je de voorkeur geeft aan een versie zonder korst, bak je de crème gewoon in een ingevette bakvorm. Het resultaat is lichter maar net zo lekker. Om de crème te bewaren, bewaar je hem in de koelkast en haal je hem er een half uur voor het serveren uit. Het zal dan precies de juiste hoeveelheid romigheid hebben.
Misschien ben je ook geïnteresseerd in:
[artikel:9865]Opmerkingen
