Vleesvervangers: een goed idee... zolang je de etiketten leest!

Misschien heb je al eens een biefstuk verruild voor een veggie patty of een kiploze nugget?
Met de opkomst van vegetarisme, flexitarisme en bezorgdheid om het milieu komen er steeds meer plantaardige alternatieven voor vlees. Veganistische" burgers, sojasteaks, gehaktballen in "rundvleesstijl" of "kipstijl", nuggets op basis van erwten... de schappen liggen vol met opties.
Maar let op: niet alle vleesvervangers zijn gelijk. En sommige kunnen zelfs problemen opleveren als je niet goed kijkt...
Wat we vaak weglaten: de ingrediëntenlijst
Sommige ultrabewerkte plantaardige producten bevatten :
- Allerlei additieven (texturisatoren, smaakstoffen, smaakversterkers)
- Geïsoleerde, ultrageraffineerde eiwitten (vaak van soja of erwten)
- Gehydrogeneerde of gemodificeerde oliën om zachtheid toe te voegen
- En een lange lijst ingrediënten die thuis moeilijk te bereiden zijn.
Het resultaat: als het product geen vlees bevat, kan het nog steeds sterk bewerkt zijn, zelfs arm aan vezels en rijk aan zout of verzadigd vet.
Volgens een studie gepubliceerd in Nutrients (2019) hebben veel industriële vervangers een lager voedingsprofiel dan onbewerkt mager vlees - vooral wat betreft zoutgehalte en additieven.
Te bewerkt om goed te zijn?
Deze ultrabewerkte plantaardige producten vallen in de categorie 'UPF' (ultrabewerkte voedingsmiddelen). Verschillende onderzoeken hebben een verband aangetoond tussen overmatige consumptie van UPF en :
- een verhoogd risico op hart- en vaatziekten
- gewichtstoename
- een onevenwicht in de darmmicrobiota
Kortom: het feit dat een voedingsmiddel 'vleesvrij' is, maakt het niet automatisch gezond!
En hoe zit het met proteïne?
Niet noodzakelijk. Sommige plantaardige producten zijn heel rijk aan eiwitten... maar andere bevatten heel weinig kwaliteitseiwitten, of een onvolledig aminozuurprofiel. Met andere woorden, ze zijn minder kalmerend en leveren niet altijd de juiste voedingsstoffen die het lichaam verwacht van een 'equivalent' van vlees.
Producten op basis van hele peulvruchten, tofu, tempeh, linzen, kikkererwten zijn vaak interessanter dan producten op basis van geïsoleerde 'getextureerde eiwitten'.
Het alternatief? Beter zelfgemaakt (of echt plantaardig)
Als je minder vlees wilt eten, kun je het beste :
- gerechten koken op basis van peulvruchten, volkoren granen, groenten en oliehoudende zaden
- kiezen voor tofu, tempeh, zelfgemaakte seitan, eieren of kazen als je die eet
- of maak zelf linzensteaks, falafels, kikkererwtenkoeken of gehaktballetjes. Eenvoudig, goedkoop en veel gezonder.
Een goede koraal linzen dal, een kikkererwten-spinazie pan of een tofu curry... het is duizend keer natuurlijker dan een "smaak verrijkte veggie nugget".
Kortom: plantaardig betekent niet magisch
Ja, minder vlees eten is een goed idee - voor de planeet, voor je gezondheid, voor variatie.
Maar 'vleesachtige' industriële plantaardige producten zijn niet altijd een goede dagelijkse optie. Ze kunnen je helpen, maar ze moeten geen automatische reflex worden.
Kies in plaats daarvan voor rauwe groenten, peulvruchten, zelfgemaakte producten, kruiden... en je zult zien: je zult niet eens meer aan vlees denken.
Bronnen :
Nutrients, 2019 - "Voedingskwaliteit van plantaardige vleesproducten in vergelijking met dierlijke tegenhangers".
BMJ, 2019 - "Consumptie van ultrabewerkte voedingsmiddelen en gezondheidsuitkomsten: een systematische review"
Monteiro C. et al - Public Health Nutrition, 2018 - "Ultrabewerkte producten en gezondheid: een nieuwe classificatie"
Je bent misschien geïnteresseerd in:

Opmerkingen