Cipolline agrodolce
Ergens heb ik gelezen dat 70 % van verse zilveruitjes geëxporteerd wordt. De rest van de oogst tref je aan als potjes tafelzuur. Maar vers bij de groentenboer? Ik heb ze nog nooit gezien.
Enkele weken geleden trof ik een zak verse zilveruitjes aan in de Carrefour aan de rand van het plaatsje Réthel (Frankrijk). De zak ging mee terug naar Nederland en ik heb er de Italiaanse cippoline agrodolce van gemaakt. Zoetzuur dus maar dan op z'n Italiaans.
Op een zak (plusminus een kilo) had ik verder nodig: 2 eetlepels bruine suiker, twee eetlepels witte wijnazijn, 2 eetlepels balsamicoazijn en 60 gram boter.
Zilveruitjes schoonmaken kan een tijdrovende klus zijn. Of liever gezegd: ik vind het een tijdrovende klus! Handiger is om de uitjes even te blancheren in kokend water, ze direct afgieten en in een kom ijskoud water te leggen. Het pellen gaat daarna een stuk makkelijker.
De suiker verhit je in een pan met een dikke bodem. Op het moment dat de suiker begint te karameliseren neem je de pan van het vuur en voeg je direct de boter en azijn toe. Pas op: het kan enorm spetteren en sissen. Zelf vind ik dit het lastigste moment omdat de suiker keihard kan worden en dat is niet de bedoeling. De pan gaat nu weer op het vuur en wanneer het mengsel kookt doe je de zilveruitjes erbij. Voeg water toe, totdat de uitjes net onder staan. Draai het vuur lager en laat de uitjes een half uur zachtjes koken met het deksel op de pan.
Ik zie her en der wel verschillende bereidingswijzen zoals eerst het vet verwarmen, daarna de uitjes erbij en vervolgens de suiker. En pas daarna, wanneer de uitjes gekarameliseerd zijn, de azijn. Deze methode zal ik een volgende keer gebruiken. Als ik tenminste een volgende keer wederom op een zak verse zilveruitjes stuit in een buitenlandse supermarkt.
Aan tafel met Tanja
Opmerkingen
Beoordeel dit recept:
Er zijn nog geen reacties!