Petitchef

Onverwacht weerzien

Onverwacht weerzien Het is alweer even geleden dat Do en ik voor een bezoek aan De Hermitage de trein in stapten en plaats namen tegenover een vriendelijk ogende, goed uitziende jongeman. De vierde persoon, een 'aparte vogel', had in Den Haag geen tijd zijn kaartje te stempelen en kwam net op tijd zijn plek opeisen waar de jongen over zijn spullen waakte.

Uit het geanimeerde gesprek dat ontstond werd duidelijk dat de jongen op zoek was naar een kamer in Leiden en dat bleek bepaald niet mee te vallen. Gekscherend zei ik tegen Do dat ik nog wel een kamer 'over' had waarop de jongen me aankeek en zijn wenkbrauwen vragend optrok. Daar ik geenszins van plan ben die kamer te verhuren keek ik vriendelijk grijnzend doch neutraal terug.
De jongen gaf de moed echter niet op en keek me regelmatig en met steeds meer belofte diep in de ogen. Hoewel ik zijn moeder had kunnen zijn voelde ik me lichtelijk gevleid en liet ik me de aandacht welgevallen. Een station voor Amsterdam Centraal verliet hij met een vriendelijke groet de trein.

Het is maandag, een nieuwe werkdag en ik heb er zin in. Met een brede grijns loop ik over de afdeling het fysiotherapie kantoor binnen als ik vanaf de drempel een 'bekende' vreemdeling zie zitten, het haar, de kleding, ik heb het eerder gezien en weet precies waar en wanneer bedenk ik met een steeds breder wordende grijns.
Zonder mijn blik van de persoon af te wenden loop ik verder en als hij opstaat en zijn hand uitsteekt om zich voor te stellen roep ik uitbundig: 'ik ken jou!'
Vol verbazing schiet I. in de lach en roept uit: 'hoe kan dat nou?' Ik leg haar uit dat J. die nog net zijn naam heeft weten te melden, een paar maanden eerder tegenover me zat in de trein en op zoek was naar een kamer. De grijns op zijn gezicht kan de herinnering niet verbergen.

Als eerstejaars student fysiotherapie heeft J. deze dag een snuffelstage bij ons op de afdeling.









Beoordeel dit recept:
Genereer een andere beveiligde code  =